vrijdag 28 april 2017

Waardeperceptie; betalen voor wat je krijgt

Ook deze week een terugblik op wat ik voor Badminton Nederland ondernomen heb om het tij te doen keren. En velen zullen zich afvragen of ik uit frustratie deze artikelen schrijf en natuurlijk is dat deels ook zo. Het is me niet gelukt de mensen te overtuigen om de stappen te zetten die ik voor ogen had. Stappen die volledig aansluiten bij hetgeen de werkgroep A Clear Future in hun onderzoeken naar boven kreeg. Dus ja, er zit een deel frustratie in, maar bovenal vind ik dat iedereen mag weten waar ik als bestuurslid tegenaan gelopen ben. De afgevaardigden hebben de zware taak op zich genomen om tijdens de jaarvergadering van 24 juni a.s. een nieuw bestuur te presenteren. Om een goed beeld te vormen is het van belang dat ze weten wat mijn uitdagingen waren. Tevens kunnen potentiële nieuwe bestuurders er in hun visie straks ook rekening mee houden.

Vandaag blik ik terug op een stuk waardeperceptie. Een kreet die veel uitgesproken wordt omdat de leden van Badminton Nederland de grootste bron van inkomsten zijn waar dan ook nog eens veel vragen zijn over wat met krijgt voor wat men betaald. Zonder die leden is er geen ontwikkeling van de sport mogelijk. Echter moeten zaken wel in de juiste context geplaatst worden met een evenredige waarde. Oftewel, waar betaald men voor.

Bron: Atelier V


Lidmaatschap
Een lid van Badminton Nederland betaald ruim € 10,-- contributie. Nee, de verenigingen moeten ruim € 10,-- per lid afdragen aan Badminton Nederland, naast de verenigingsbijdrage van € 104,25. Badminton Nederland vindt de afdracht per lid een vorm van solidariteit en daarmee dragen de grootste verengingen het grootste deel van de kosten. Een vereniging met 100 leden moet dus ruim € 1100,-- aan Badminton Nederland betalen om aangesloten te zijn bij Badminton Nederland. Veel verenigingen geven niet al hun leden op en dus kan het zomaar zijn dat een vereniging van 100 leden bij Badminton Nederland bekend is met 30 leden, en dat scheelt de vereniging dus zomaar ruim € 700,--. Geld waarvan de vereniging zegt het beter te kunnen gebruiken. Subsidies worden immers teruggedraaid door de lokale gemeenten, huren van de sportaccommodaties stijgen en ook hun ledental staat onder druk. Waarom zou een vereniging al hun leden opgeven als ze er toch niets voor terug krijgen? Oftewel, wat is de (toegevoegde) waarde van Badminton Nederland? Ik juich het dan ook enorm toe dat er veel energie en geld is gestoken in masterclasses met een diversiteit een onderwerpen. Op die manier hebben de verenigingen iets aan Badminton Nederland. Punt blijft wel dat verenigingen, en dus hun leden, zullen blijven morrelen aan het juist opgeven van hun aantallen leden.

Dat kun je ook opmaken uit de mutaties die er maandelijks zijn bij Badminton Nederland als het gaat om de ledentallen. Gemiddeld komen er zo'n 500 nieuwe leden per maand bij, echter haken er ruim 500 weer af in diezelfde maand en zo houden we netto dus minder leden over. Ongeveer 5% per jaar minder. Ik vind dan ook dat je op basis van deze cijfers er voor moet kiezen om aan ledenbehoud te doen. Hoe krijgen we het voor elkaar dat die nieuwe leden ook lid blijven van Badminton Nederland? De meeste mutaties zijn er rond de seizoenswisselingen als er duidelijk is wie er wel of geen competitie gaat spelen. Dus is het een legitieme vraag of dit dus te maken heeft met het feit dat verenigingen alleen hun leden opgeven die competitie/toernooien spelen. Als dat zo is, dan moet je daar je beleid op afstemmen.

Vercommercialiseren
Om meer binding te krijgen met de leden van de verenigingen van Badminton Nederland heb ik voorgesteld om een fysieke ledenpas te introduceren. Vercommercialiseren heet dat met een mooi woord. Iets waar door Bondscenter, die de financiële administratie doet voor Badminton Nederland, tijdens een bestuursvergadering op gewezen is; alternatieve inkomsten bronnen. Voor het opzetten van die ledenpas waren we in gesprek met twee mogelijke organisaties. Ten eerste Groupcard en ten tweede Dutch Loyalty. In beide gevallen hadden we een concept bedacht dat voor alle partijen waarde toevoegde.

Waarde voor het individuele lid doordat hij met zijn ledenpas bij (lokale) bedrijven kan sparen op de aangekochte goederen. Het gespaarde bedrag kan ingewisseld worden in euro's, maar kan ook gebruikt worden om betaling te doen bij de eigen vereniging, of bij andere verenigingen die ook mee doen aan die pas. Denk dan bijvoorbeeld aan het betalen van inschrijfgeld van toernooien. Of het betalen van genuttigde consumpties.
Waarde voor de verenigingen doordat zij (lokale) bedrijven aan het loyaliteit programma toe kunnen voegen waar men dan een vergoeding voor krijgt. Daarmee vergroten ze het netwerk voor hun leden en houden ze er zelf inkomsten aan over.
Waarde voor Badminton Nederland omdat er meer mensen lid worden en blijven omdat ze dat voordeel niet willen missen.

Je slaat dus drie vliegen in één klap en het levert dus voor iedereen meer op. Sterker nog, ik geloof erin dat je een commerciële partij aan deze pas kunt koppelen die ieder jaar bij aanvang van het seizoen een welkomstpakket samenstelt, welke naar de leden worden toegestuurd. Een welkomstpakket met gadgets en allerhande voordeel.

Maar op de één of andere manier heeft men dat om zeep weten te helpen ondanks dat er diverse gesprekken over gevoerd zijn en het naar het concrete toe ging. Nee, men wilde wel een loyaliteitsconcept gaan invoeren, maar dan wilde ze dat zelf gaan verzinnen. Men heeft daarvoor de samenwerking gezocht met slechts één commerciële partij, waarmee ze dus andere vergelijkbare partijen heeft uitgesloten. Je kunt op je vingers natellen dat die het niet over hun kant laten gaan en hun eigen omzet zullen gaan verdedigen. En dat terwijl er iets binnen handbereik is waar alle partijen hun voordeel mee kunnen doen. En je komt er pas achter of iets lukt, als je er mee aan de slag gaat, en dat moet dan wel in één keer goed gebeuren en met beide partijen die ik genoemd heb, was dat zeker mogelijk.

Ik kan me voorstellen dit dit verhaal vragen op roept, schroom dan niet om deze te stellen. Het concept is hier in een notendop toegelicht.

Bron: Asign4U


Kosten competitie
Een ander hot issue is de bijdrage die men moet betalen voor het spelen van competitie. Dat staat in schril contrast tot hetgeen er voor terug gekregen wordt. Ik vind dat de bijdrage de werkelijk gemaakte kosten moet dekken. Maar ik krijg het niet uitgelegd dat een jeugdteam maar liefst € 187,55 moet betalen om competitie te mogen spelen van september tot en met medio februari. Senioren betalen zelfs € 270,90 per team. En ja, voor de opstap- en recreantencompetitie zijn de bedragen vele malen acceptabeler en benaderen met respectievelijk € 20,30 en € 41,70 veel meer de werkelijke kosten. Niet zo vreemd dat er daardoor regionale initiatieven zijn ontstaan en dat er in het land door verschillende verenigingen gekeken wordt of er geen alternatieve vormen mogelijk zijn.

En dan heb ik het nog niet over de kosten gehad die er komen kijken als je in landelijke competitie speelt. Het vergelijk hierboven is puur regionaal bekeken waarbij het werk door vrijwel alleen maar vrijwilligers gedaan wordt.

Ergens vind ik het te zot voor woorden dat in de 60-er jaren er lokalen bonden zijn ontstaan als de BBF, RBB en HBB. Ik kom zelf bij de BBF vandaan en er is nog steeds alle bestaansrecht voor dit soort bonden omdat Badminton Nederland niet weet hoe ze hun verdienmodel op dit soort initiatieven moet aan laten sluiten. Ik vind dat Badminton Nederland zo'n verdienmodel moet opstellen waardoor het voor de lokale bonden aanlokkelijk wordt om aan te sluiten bij Badminton Nederland. Ze vervullen reeds een regionale rol en daar kan de regio van Badminton Nederland makkelijk genoeg in samengevoegd worden. Ik geloof in clusters en met de BBF, RBB en HBB heb je in Noord-Brabant al drie clusters te pakken. Maar dat is zeker nog een illusie om te denken dat dit snel gerealiseerd kan worden. Dat snap ik ook wel.

Feit is dat er in den lande wordt gezocht naar alternatieve vormen van competitie om daarmee ook de kosten in het gareel te brengen. Ook andere niet financiële factoren spelen hierbij een rol en het is dan ook meer dan uitstekend dat er nu gekeken wordt naar alternatieve competitie vormen, maar daar moet men het financiële aspect niet bij onderschatten. Ter vergelijking zal ik de kosten opsommen van wat er bij de BBF betaald moet worden.

Contributie per vereniging: € 75,-- per jaar
Competitie spelen per team: € 17,50 per team
Classificatiekaart per speler: € 5,-- eenmalig

Bij de BBF speelt men competitie van september tot en met april/mei op de doordeweekse speelavonden van de verenigingen. Men is dus geen extra kosten kwijt voor het huren van de zaal in het weekend. In theorie kan een vereniging er alsnog voor kiezen om de zaal in het weekend te huren als men vindt dat het anders te druk is op de reguliere speelavonden. In de praktijk komt dit nauwelijks voor. Alleen voor de jeugd hebben een aantal verenigingen hun speelmoment op de zaterdagochtend staan.
Doordat er dus gespeeld wordt op de speelavonden van de verenigingen is er alle ruimte om in het weekend toernooien te organiseren.
En ja, met deze bedragen kun je de tent draaiende houden en is er geen financiële ruimte om aan ontwikkeling te doen. Ik geloof er echter in dat als je met goed onderbouwde plannen komt, men best bereid is om meer bij te dragen om die ontwikkeling mogelijk te maken. Men geeft immers allemaal aan dat ze zich zorgen maken over hun ledental.

Breedtesport versus Topsport
Ik heb ook in mijn vorige blog aangegeven dat breedtesport en topsport van elkaar gescheiden dient te worden. De wereld is veranderd en men wil alleen nog betalen voor iets waar men gebruik van maakt, en dat moet dan ook nog in de juiste waardeverhouding zijn. En die verhouding bepaald uiteindelijk de persoon zelf. Als breedtesport niet als financier gebruikt wordt voor topsport, dan worden de bedragen de betaald moeten worden vele malen lager en dus acceptabeler. Topsport kan en moet zich zelf kunnen bedruipen als er een goed commercieel plan onder ligt. En daar geloof ik in, want nu zijn het allemaal individuen die hun eigen sponsoren en daarmee dus eigen belangen hebben. Als collectief kan men veel sterker voor de dag komen waardoor ze veel aantrekkelijker zijn voor commerciële partijen. Tevens kan Badminton Nederland dan een verdienmodel opstellen om de spelers clinics en demo's te laten geven, waarbij de speler en Badminton Nederland extra inkomsten kan genereren.

Het valt vooralsnog allemaal niet mee en zolang men om de hete brei heen blijft draaien, zal er niet veel veranderen en komt er geen kentering tot stand. En zullen de lokale initiatieven er wel bij varen omdat ze tegen extreem lage kosten, toch de grootste groep aan het spelen kan houden. Met een beetje lef en intelligentie kunnen zij zelfs de sport ontwikkelen in de breedte. En laat dat nou net iets zijn waarover ik in gesprek ben met de BBF.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Contactformulier

Naam

E-mail *

Bericht *